Plaats - tijd
Veiligheid
Veiligheid is misschien wel het belangrijkste onderwerp omdat iedereen met veiligheid te maken heeft. Daarnaast heeft ieder bedrijf de verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat er rekening wordt gehouden met de veiligheid en dat iedereen goede instructies krijgt.
Op onderstaande afbeelding zijn enkele typische situaties weergegeven.
Een plaats aangeven
Na het aangeven van de tijd, plaats, is het laatste onderwerp het aangeven van een tijd. We beginnen met het aangeven van een positie.
Een plaats aangeven
WAAR HET IS
PLAATSEN IN DE STAD
1. plaatsen in de stad
2. het centrum
3. de straat
4. de oversteek
5. de rotonde
6. het pad (om te wandelen)
7. het gemeentehuis van de gemeente
8. het ziekenhuis
PLAATSEN BUITEN DE STAD
1. het hout
2. Ik loop in het bos
3. de rivier
4. de boot vaart op de rivier
5. de snelweg
6. het fietspad
7. de weide
8. het dorp
DE DAGEN VAN DE WEEK
De dagen van de week
Dit is de bekende lijst. Maandag tot en met zaterdag zijn werkdagen. Zondag is de dag dat je vrij bent. Er zijn mensen die 's ochtends naar de kerk gaan en 's middags bijvoorbeeld familie bezoeken. Bijna iedereen in Nederland werkt maar 5 dagen: van maandag tot en met vrijdag. Zaterdag is doorgaans een dag om te winkelen.
Vandaag is het zondag
Zullen we vanmiddag naar oom Tim gaan?
1. dagen van de week
2. Maandag
3. Dinsdag
4. Woensdag
5. Donderdag
6. Vrijdag
7. Zaterdag
8. Zondag
MAANDEN IN EEN JAAR
1 Maanden in een jaar
2 januari
3 februari
4 maart
5 april
6 mei
7 juni
De komende 6 maanden
Na juli komt augustus en dat is de eerste maand in deze lijst. Daarna volgen de maanden herfst en in december begint de winter.
De laatste dagen van december zijn mooie dagen. Dan vieren we onder andere Kerstmis.
Vrolijk Kerstfeest
1 juli
2 augustus
3 september
4. Oktober
5 november
6 december
TIJD
Hoe laat is het?
Vragen hoe laat het is, is tegenwoordig veel minder gebruikelijk dan vroeger. We hebben immers allemaal een smartphone bij ons en die vertelt ons hoe laat het is. Toch is het onderwerp ‘de tijd vertellen’ een onderwerp dat in elke taalcursus wordt aangeboden. Let wel, de zin begint altijd met ‘it is’.
We beginnen met een afbeelding en je moet op de afbeeldingen tikken.
In geval van brand: onthoud de 5 regels
1. Hoe laat is het?
2. het is 1 uur
3. het is 2 uur
4. het is half drie
5. het is 10 over 2
6. het is 20 tot 3
7. het is kwart voor 3
.
1. de dag ervoor
2. gisteren
3. de dag erna
4. morgen
5. vandaag
6. op dit moment
7. over 10 minuten
HET WEER
Tot slot geven we een aantal veelvoorkomende zinnen als het gaat om het weer. Bij een eerste ontmoeting wordt er vaak een opmerking gemaakt over het weer.
Ja, mooi weer, de zon schijnt en het wordt zo'n 30 graden.
“Ja mooi weer, de zon schijnt en het wordt 30 graden”
Tot slot geven we een aantal veelvoorkomende zinnen als het gaat om het weer. Bij een eerste ontmoeting wordt er vaak een opmerking gemaakt over het weer.
1. het weer
2. de zon schijnt
3. wolken
4. het regent
5. het sneeuwt
6. slecht weer met onweer
7. de bliksem
8. het is mooi weer
9. het is slecht weer